top of page

Hoe denkt de kerk over…de Bijbel

Hoe denkt de kerk over ………… de Bijbel?

Inleiding Als Kerk van de Nazarener in Dordrecht willen we een aantal van onze standpunten nader en uitgebreider toelichten in wat handreikingen. We zijn dankbaar met iedereen die onze gemeente ervaart als een geestelijk thuis, maar we realiseren ons ook dat iedereen een (vaak) verschillende achtergrond heeft en dat het denken binnen de Kerk van de Nazarener niet altijd een op een aansluit met wat mensen gewend zijn. Al was het maar omdat onze theologische wortels meer in de Oosterse kerk, Arminius, de Anglicaanse kerk, John Wesley en de 19e eeuwse Amerikaanse heiligingsbeweging liggen. Voor wie een beetje thuis is in de kerkgeschiedenis is al snel duidelijk dat deze namen een andere richting aanduiden dan in Nederland gebruikelijk. Dit heeft met name grote gevolgen voor hoe we tegen de verlossing en tegen heiliging aan kijken, maar ook hoe we de bijbel beschouwen. Omdat voor elke christen de Bijbel natuurlijk een enorm belangrijke plaats inneemt, willen we in deze handreiking eerst wat verduidelijken over onze kijk op de Bijbel.

Geloofsbelijdenis Het is belangrijk op te merken dat de vraag, "hoe denkt de kerk over de Bijbel?" een relatief recente vraag is. In de geloofsbelijdenissen van de oude kerk, zoals de Apostolische Geloofsbelijdenis of de Belijdenis van Nicea staat geen woord over de Bijbel. Helemaal niets! Als je dan kijkt naar de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dan begint die heel kort met dat we in God geloven, maar daarna gaat het direct over hoe we Hem leren kennen, en dat is door de Bijbel, en gaat het artikelen lang over de Bijbel voor we zelfs maar bij Christus belanden. Een enorm verschil wat natuurlijk alles te maken heeft met de context. Daar waar men in de eerste eeuwen vooral bezig was met de vraag, "wie is Christus?" en die vraag de kern was van de oude belijdenissen, werd in de Reformatie het belang van de Bijbel naar voren geschoven. Want als je de (rooms-katholieke) traditie niet meer erkent, moet je je geloof ergens anders op baseren en zo ontstond de kreet "Sola Scriptura", alleen de Bijbel. En moet je dus meer gaan uitleggen over die Bijbel. Sterker nog, alle gezag moest in de Bijbel worden gelegd omdat kerkelijk gezag niet meer werd erkend. Dus wordt het steeds belangrijker om het onfeilbare gezag van de Bijbel te bewijzen. Met de opkomst van de wetenschap werd dat echter steeds lastiger. Denk maar aan de problemen die Copernicus en Galileo met de kerk hadden door te stellen dat de aarde om de zon draait in plaats van andersom. En die zijn met de publicatie van Darwins "The Origin of Species" in 1859, de start van de evolutietheorie, alleen maar groter geworden.

Wat is dan het gezag van de Bijbel en hoe moeten we lezen? Die vragen zijn steeds belangrijker geworden. Gelukkig heeft onze kerk daarin een wijze keuze gemaakt door ons geloofsartikel over de Bijbel in 1928 te formuleren zoals het er nu nog staat. En een recent verzoek uit 2009 om die tekst aan te passen naar geloof in een woord voor woord foutloze tekst af te wijzen. Daarover is een uitgebreid rapport aan de Algemene Vergadering van 2013 geschreven dat uitlegt waarom de kerk het geloofsartikel moet handhaven, en dat is ook gebeurd. Ik zal in het vervolg van deze handreiking dankbaar gebruik maken van dit rapport.

Wat geloven we? Om deze vraag te beantwoorden is het goed eerst ons geloofsartikel over de Bijbel te citeren. Waarbij het van belang is op te merken dat we geloven in God, in Jezus Christus en in de Heilige Geest, de eerste 3 artikelen, en in de inspiratie van de Bijbel. We geloven dus niet op dezelfde manier in de Bijbel als in God. Misschien klinkt dat als een open deur maar het onderscheid is van belang: de Bijbel houdt niet van ons, is niet voor ons gestorven, schenkt ons geen vergeving en ook geen nieuw leven. De Bijbel getuigt van dit alles en is bedoeld om ons tot Christus te leiden die voor ons is gestorven, opgestaan, die vergeving schenkt en nieuw leven (Joh 20:30-31).

Artikel IV. De Heilige Schriften 4. Wij geloven in de volledige inspiratie van de Heilige Schrift, waaronder wij de 66 boeken van het Oude en Nieuwe Testament verstaan, die door goddelijke inspiratie gegeven zijn en onfeilbaar Gods wil openbaren, betreffende ons, in alles wat noodzakelijk is voor onze verlossing, zodat alles wat niet daarin besloten ligt, niet als geloofsartikel voorgeschreven kan worden. (Lucas 24:44-47; Johannes 10:35; 1 Corinthiërs 15:3-4; 2 Timotheüs 3:15-17; 1 Petrus 1:10-12; 2 Petrus 1:20-21)

Wat staat er nu precies? Allereerst, het gaat over de goddelijke en volledige inspiratie van de gehele Bijbel. Dat betekent dat we de Bijbel als geheel moeten lezen. Je kunt niet een tekst eruit plukken en zeggen, dit is Gods woord, net zo min als één tik op een triangel de complete symfonie weergeeft. Het geheel van de Bijbel is geïnspireerd door God en we moeten het dus ook lezen als een geheel. Het is duidelijk dat God verschillende mensen heeft geïnspireerd door de eeuwen heen, en dat hun verschillende karakters en taalgebruik niet zijn onderdrukt maar de ruimte hebben gekregen. De inspiratie is dus niet mechanisch, alsof ze enkel typemachines waren. Ook dat is belangrijk om te beseffen.

Ten tweede, de Bijbel openbaart Gods wil "onfeilbaar" of zoals het Engels zegt, "inerrantly", zonder fouten. Er is bij de vertaling gekozen voor het woord "onfeilbaar" omdat dit is wat het geloofsartikel zegt, het koppelt de foutloosheid aan een doel, namelijk Gods wil betreffende ons ten aanzien van onze verlossing. Dat doel zit veel meer in het woord "onfeilbaar" dan in "foutloos". Dat lijkt een nuance maar is het niet. De Bijbel is niet enkel een boek met informatie. Zoals al geciteerd beschrijft de apostel Johannes het heel helder: "20:30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31 maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam." Dit is de kern van alles! Hier gaat het om. We misbruiken dus in feite de Bijbel als we het enkel lezen als een literair boek, een archeologisch boek, een geologisch boek of een historisch boek. Dat is hetzelfde als wanneer je een kookboek gaat lezen om zijn literaire kwaliteiten. Dat is de bedoeling niet. Nu is helder dat de boodschap van de Bijbel absoluut een historische component heeft. Als Christus niet werkelijk is opgestaan uit de dood, is alles een leugen (1 Cor 15). Dat betekent dat we dus onderscheidt maken tussen de kern van de boodschap en de details. Was er nu 1 engel bij het graf (Matt 28:5 en Markus 16:5) of 2 engelen (Lukas 24:4 en Joh 20:12)? Daar gaat het niet om en sterker nog, juist als alle getuigen een identiek verhaal vertellen, is het verzonnen want in de werkelijkheid gaat dat nooit zo.

Ten derde is het heel belangrijk hoe we lezen. Mensen hebben geïnspireerd geschreven, maar wel vanuit hun eigen wereld, beelden en denken. Want juist daarin hebben ze God ontmoet! En uiteraard is dat helemaal werkelijkheid geworden in Christus. In Hem is immers God zelf mens geworden, en heeft onder ons gewoond. Een Jood uit de eerste eeuw, in het Judea en Galilea van de eerste eeuw. Hij sprak hun taal, hun woorden, hun begrippen, hoewel Hij God was. Daarom kon Hij ook niet spreken over het hemelse, ze zouden het niet begrijpen (Joh 3:12). Het aardse was al lastig genoeg. Maar Hij sprak wel hun taal! Communiceerde in beelden en begrippen die men kon vatten. Zoals iedereen in de Bijbel. Stel je voor dat Jezus was begonnen over kwantummechanica! Dat betekent dus dat bijvoorbeeld de uitspraak van Jozua over de zon en de maan die stil moeten staan (Jozua 10:12-14) niet gelezen moet worden als kosmologie, maar een deel van het wereldbeeld van die tijd waarin God handelt. En het gaat om het laatste!

We zouden kunnen betreuren dat dit de wijze is waarop we de Bijbel moeten lezen. Maar God heeft hier bewust voor gekozen. Hij stuurde geen boek. Geen engel die dicteerde. Het enige wat God zelf heeft geschreven zijn de 10 geboden op de stenen tafelen, en die hebben we niet eens meer. Jezus zelf heeft ook niets geschreven, maar 3 jaar zijn discipelen onderwezen en ze er op uit gestuurd. En die verhalen zijn op schrift gesteld. Het is Gods wil dat het Woord vlees wordt, en in feite nog steeds, ook in ons. Ook al schrijven wij geen Bijbel meer en zijn deze schrijvers op bijzondere wijze geïnspireerd. Synagoge en kerk hebben de inspiratie van God (h)erkend. Het is een boeiend proces want met het gelovig antwoord op Gods openbaring ontstond de Bijbel . De geloofsgemeenschap heeft de Bijbel geschreven, maar werd op haar beurt ook weer gevormd door diezelfde Bijbel, omdat Gods Geest daardoor werkzaam is. En zo is de canon ontstaan, de lijst van geautoriseerde boeken. De synagoge en de kerk hebben deze boeken erkend als door God geïnspireerd.

Waarom dit verhaal? Omdat hier het hart van het gezag van de Bijbel is de vinden: in de Geest die de schrijvers heeft geïnspireerd en tot op de dag van vandaag ook weer de lezers inspireert omdat Hij door de woorden heen werkt. En DAAR is het gezag van de Bijbel in te vinden. En daarom koppelt ons geloofsartikel dat gezag aan het doel van de Bijbel.

Ten leste nog een belangrijk punt. "alles wat niet daarin besloten ligt, kan niet als geloofsartikel voorgeschreven worden". Hierin sluiten we aan bij de Reformatie en haar "Sola Scriptura". De canon is afgesloten. We geloven dat deze 66 boeken ook voldoende Gods wil openbaren en normatief zijn. Dat betekent dat hoewel we als Wesleyanen de Bijbel lezen met ons verstand, in het licht van de traditie, van alles wat ons is overgeleverd, en vanuit de ervaring. Verstand, traditie en ervaring zijn geen afzonderlijke basis voor Gods openbaring. Alleen de Bijbel zelf is basis voor wat wij geloven, en dus ook voor wat we voor kunnen schrijven als geloofsartikel.

De Bijbel van kaft tot kaft, woord voor woord Maar zoals gezegd, in diverse kringen wordt de onfeilbaarheid, de foutloosheid van de Bijbel veel verder doorgetrokken. En dat klinkt heel mooi en heel orthodox. Waarom wordt er dan binnen de Kerk van de Nazarener anders tegenaan gekeken? Allereerst, noch de oude kerkvaders, noch de reformatoren hebben ooit op deze manier tegen de Bijbel aan gekeken. Het is een kerkhistorisch gezien recent fenomeen. Voor de Reformatoren was het geloof in Christus wat leidde tot een vertrouwen in de Bijbel. Maar in bepaalde Calvinistische kringen werd dat omgedraaid en ging het erom de betrouwbaarheid van de Bijbel te bewijzen en daarop het geloof in Christus te baseren. Probleem is bij zo'n soort redenering je geloof als een kaartenhuis ineen stort als er ook maar één enkele fout in de Bijbel te vinden is. Bovendien, zei men, God is volmaakt dus moet Gods woord dat ook zijn. Maar dat kan alleen als de Bijbel gedicteerd is, woord voor woord, en niet geïnspireerd zoals 2 Timotheüs 3:16 zegt.

Het is in feite redelijk simpel: iemand vertelt je het evangelie, je komt tot geloof en je ontdekt wie Christus is. Daardoor realiseer je je dat deze persoon inderdaad de waarheid sprak. Zoals Philippus zei, "kom en zie" (Joh 1:47). Dat is wat de Bijbel doet: ons tot Christus leiden. En als we de levende Heer ontmoeten, ontdekken we dat het getuigenis betrouwbaar is. Dus het is Christus zelf die gezag verleent aan de Bijbel.

Daarnaast is het praktisch gezien ook niet werkbaar om de term foutloos te hanteren. Want wat is een fout? Is een afronding een fout? Moet elk verhaal chronologisch kloppen? Wat doen we dan met de verschillen alleen al in de 4 evangeliën? Het leidt tot allerlei vragen die niet alleen de kern van het geloof niet raken, maar ook nog eens een zinloze tijdsbesteding zijn. Daarom geloven we dat de Bijbel alles wat te maken heeft met onze verlossing onfeilbaar openbaart en daarin volledig betrouwbaar is, want daar gaat het God ten diepste om.

Een middenweg Zoals op veel terreinen zoekt de Kerk van de Nazarener een middenweg die de excessen aan beide kanten probeert te vermijden. We maken van de Bijbel geen menselijk boek dat enkel menselijke religieuze ervaringen beschrijft. Alsof al het spreken over boven enkel van beneden komt, zoals theoloog Harry Kuitert ooit beweerde. We geloven het spreken van "beneden" een reactie is op God die eerst sprak. Dat is door en door Wesleyaans: alles begint met Gods genade. Dus wijzen we radicaal het idee af dat de Bijbel niets is dan een verzameling verhalen die mensen verzonnen hebben.

Aan de andere kant wijzen we eveneens het idee af dat God zijn openbaringen gedicteerd heeft, met uitzondering van de geboden die aan Mozes gegeven zijn. Alsof Hij geen mensen kan gebruiken anders dan als poppenkast poppen.

Een van de meest wonderlijke dingen in de Bijbel is het feit dat God mensen als u en ik weet te gebruiken, zelfs als het gaat om zoiets belangrijks als het doorgeven van Zijn boodschap. En dat doet Hij zonder hen buitenspel te zetten. Is dat niet ongelofelijk groots? Onze God is zo groot dat Hij zijn doel zelfs weet te bereiken door mensen heen. Hij wil u en mij daarbij gebruiken. Nu is de Bijbel al geschreven, dat hoeven we niet meer te doen. Maar daarmee is het niet klaar. Immers, "u bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen. (2 Cor 3:3).

Dat zet Sola Scriptura in een heel ander perspectief!

AUTHOR

Leader Guide

Hans Deventer

0 comments

Comentarios


Weekly Passages